Op 25 juli denk ik aan de verjaardag van mijn moeder, geboren op 25 juli 1920 en in 2010 overleden.
Mijn vader heeft in zijn krijgsgevangenschap in Fukuoka 9B in Japan op 25 juli 1944 een bijzonder stukje geschreven in zijn dagboek. Zie bijgevoegde afbeelding. Zij waren toen bijna 5 jaar getrouwd. Zo vier je een verjaardag, duizenden kilometers van elkaar in barre omstandigheden. Mijn moeder in een jappenkamp Lampersari in Semarang en mijn vader in Japan. Een pakje sigaretten om van de verjaardag van zijn vrouw te genieten.

De omstandigheden op die dag in het kamp
Op die dag noteert de Nederlandse kampcommandant en tevens kamparts Hilfman in zijn dagboek het volgende op 25 juli 1944 (blz. 85):

In de alfabetische namenlijst van Fukuoka 9B komen we meerdere Flohr’s tegen. Mijn vader (C.M.J. Flohr) was op dat moment 31 jaar.
Het kamp van mijn moeder
Zoals gezegd zat mijn moeder met 2 kinderen (Christine en Els) in kamp Lampersari in Semarang. Ook haar moeder / mijn oma Christine Biver (Gumster-Biver, Chr. F.V. van) was bij haar in het kamp evenals 4 zussen (Hetty, Paultje, Agnes en de jongste Ilse). Oma Biver heeft het kamp helaas niet overleefd. Zij is op 47-jarige leeftijd overleden op 30 oktober 1944.
In de periode oktober 1942 – 23 augustus 1945 was dit een burgerkamp >>
Andere naam: Bunsho III Kamp 4
Geïnterneerden: jongens; oude mannen; vrouwen en kinderen
Aantal geïnterneerden: 7.870
Aantal doden: 341 (tussen 19 februari 1944 en 27 september 1945)
Informatie: Rond 1915 begon de gemeente Semarang als eerste in Indië met sociale woningbouw voor de inheemse bevolking. Rond 1920 werden aan de Blimbingweg en de Manggaweg twee modelkampongs gebouwd met in totaal ongeveer 240 kleine woningen van hout en bilik. Deze kampongs werden in november 1942, met de Gouvernements Ambachtsschool aan Sompok en 66 betere stenen huizen aan de Djeroekweg, Sompok en Lampersari, aangewezen als wijkkamp voor ‘Europese’ vrouwen en kinderen. De wijk werd omheind met prikkeldraad en gedek. De vrouwen en kinderen die er geïnterneerd werden, waren afkomstig uit Midden- en Oost-Java. De namenlijst bevat alleen de namen van ca. 3960 volwassenen.
Lampersari rond 25 juli 1944
Mijn moeder hield geen dagboek bij. Er zijn wel enkele dagboeken van anderen digitaal beschikbaar. Uit een dagboek van Amp Kramer-Driessen krijgen we een sfeerbeeld wat zich afspeelde rond de verjaardag van mijn moeder op 25 juli 1944.

Het dagboek van Tine Bolt-Koster geeft op 6 juni 1944 een sfeertekening hoe zij aankeek tegen de nieuwe bewakers. De tekst laat niets aan duidelijkheid over.

Hoe verschillend zijn de levens van mijn vader en moeder in 1944, hoe sterk zijn zij gebleven en hebben elkaar na de oorlog weer teruggevonden.
In 1953/1954 zijn wij, een gezin inmiddels met 6 kinderen naar het nieuwe vaderland moeten verhuizen. De oudste van het gezin is in 1953 naar Nederland gegaan. Moeder vertrok met 5 kinderen in december 1954 met ms Oranje. Kerstnacht ’54 werd aangemeerd in het ijskoude Amsterdam. Voor het eerst maakten we kennis met sneeuw. Vader volgde enkele maanden later met het vliegtuig.

Als kampkind uit Kramat en Tjideng herken ik vele gevoelens ! Mijn vader was ook krijgsgevangen , natuurlijk, ergens anders
Dag Peter,Een mooi terugdenken aan je ouders.Ik ken het verhaal ,maar heb het toch weer met ontroering gelezen