De bakermat van de Indonesische onafhankelijkheid wordt op papier gezet door I.F.M. Salim in het boek “Vijftien jaar Boven-Digoel”, concentratiekamp op Nieuw-Guinea (1973).
Wim Schermerhorn (premier in NL ’45=’46) citerend in het Ten geleide: “In dit boek wordt een episode uit de koloniale geschiedenis van Nederland en Indonesië beschreven door een Indonesiër die de harde kanten van het Nederlands-Indisch beleid tussen de twee wereldoorlogen ruimschoots heeft ervaren”.
Het is een belangwekkend boek dat niet mag ontbreken in de koloniale geschiedschrijving van Nederland en Indonesië.
Boven-Digoel was een Nederlands strafkamp in Nederlands-Indië tussen 1926 en 1942 aan de bovenloop van de rivier de Digoel, waar Indonesische nationalisten en communisten geïnterneerd werden. Op deze plek ligt nu de plaats Tanah-Merah.
Aanleiding voor de oprichting van het kamp was een communistische opstand in het toenmalige Nederlands-Indië in 1926. Onder andere Mohammed Hatta, de latere Indonesische vicepresident, en Soetan Sjahrir, de eerste Indonesische premier, zijn er geïnterneerd geweest. Sukarno is er nooit geweest.
Naar aanleiding van de overrompeling door het Japanse leger in 1942 merkt Salim het volgende op :
“En waar de Ned.-Indische autoriteiten óók verzuimd hadden alle Hollandse vrouwen en kinderen tijdig (b.v. naar Australië) te evacueren, vielen deze in Japanse handen, Zij moest dan ook -volkomen onnodig- een lange lijdensgeschiedenis in de zo beruchte hongerkampen ondergaan, waar velen van hen stierven!” (blz. 46-47)
Een forse uitspraak die in de herinneringen en gevoelens van velen nu nog stevig zal natrillen.
Lees ook een interessant artikel over Boven-Digoel in de Correspondent van 7 maart 2018: Hoe Nederland zijn strafkamp in Nieuw-Guinea trachtte te vermommen
Ja, dat is waar. Maar er was niet eens een leger. Gewon een soort militaire politie, meer niet. Op Sumatra waren er alleen een 100,000 Japanse troepen. Maar het was niet alleen Nederland. Toen de oorlog voorbij was werd bv Sumatra door de Engelsen gecontroleerd. Dat deden ze vanuit Ceylon. Er waren op Sumatra nog 70,000 Japanse militairen, die opdracht hadden van de Engelsen om de Nederlanders en Indische mensen, vooral in de kampen te bewaken. Geen controle. En de Nederlanders mochten van de Engelsen niet Sumatra binnen komen. Die stonden in Maleisie te wachten. Intussen vielen de bersiap mensen de kampen aan. Wij zaten in Bangkinang kamp en werden overgebracht naar Padang, Missie complex. Twee kampongs grensden aan de Missie. Indonesische kinderen kregen handgranaten van de bersiap mensen en probeerden dat naar ons te gooien. Een handje KNIL jongens schoten ze dood.
Heel triest. Nederland was niet bekwaam om ook maar enig weerstand te bieden zo vlak na de oorlog. Mijn vader moest na bevrijd te zijn als POW in Japan onmiddellijk weer als KNIL soldaat aan de slag op Celebes. Nauwelijks bekomen van de oedeem en nauwelijks nog op krachten. En dat was met vele POW’ers het geval. Reggie Baay beschrijft de situatie van zijn vader die ook meteen weer het slagveld op moest.
Ach Peter, velen van ons hebben zulke verhalen. Hier is een verhaal van mijn neef, die ik gedeeltelijk uit zijn eigen mond heb mogen horen. Wonderbaarlijk dat hij het helemaal heeft overleefd. Toch leed hij er onder, want hij leefde heel teruggetrokken en kon prachtig gitaar spelen.
https://myindoworld.com/de-overleving-van-knil-soldaat-rudy-uijleman-anthonijs/
Ik heb dit indrukwekkend verhaal van je neef gelezen. Daar word ik echt heel stil van. Dank voor het delen ervan.
Deze verhalen moeten gedeeld worden om dat geschiedenis in de Oost niet vergeten mag worden. Velen weten te weinig wat zich voor verschrikkelijke zaken hebben voorgedaan tijdens de oorlog in Azië. Een oorlog waar ook Nederland en Nederlanders bij betrokken waren.
Dag Peter,
Ik neem graag aan wat je als antwoord schrijft. Maar het staat er niet. Hij schrift toch “alle Hollandse vrouwen en kinderen”. Als hij niet het verschil ziet tussen Hollands en Indisch, dan heeft Salim een probleem.
Ron, Je hebt gelijk als Salim letterlijk schrijft over alle “Hollandse vrouwen en kinderen” heeft hij het alleen over die groep in deze zinsnede. Ik ben er te snel van uitgegaan dat hij de niet-Indonesische, dus Hollandse vrouwen en kinderen bedoelt en daarbij niet het onderscheid gemaakt heeft met de Indische-Nederlandse groep inwoners.
@En waar de Ned.-Indische autoriteiten óók verzuimd hadden alle Hollandse vrouwen en kinderen tijdig (b.v. naar Australië) te evacueren@
Dat betekend niets voor de Indische vrouwen en kinderen, want die waren bruin en mochten niet Australie binnen. Heb dat zelf in 1967 ondervonden. Was 3de werktuigkundige op een schip van Van Ommeren en kreeg geen visa om de wal op te gaan. Pas toen de kapitein daar deining over maakte kreeg ik de visa met een stempel “Origin white”.
Waar Salim vooral op doelt, zo lees ik in zijn boek, is de onachtzaamheid van de Indisch-Nederlandse regering m.b.t de bevolking en de wijze waarop het land verdedigd werd tegen Japan. Het gaat dan om 1942.