Veel Indische-Nederlanders zullen deze vraag niet enthousiast met ja beantwoorden. Integendeel want voor velen is de oorlog op 15 augustus zeker niet afgelopen. Ook niet voor onze familie.
Mijn vader, als krijgsgevangene geïnterneerd geweest in Japan (Fukuoka 9B) keerde met een flink afgenomen lichaamsgewicht en een stapel nare kampervaringen “rijker” terug om herenigd te worden met mijn moeder en hun 2 dochters. Naderhand bleek dat het moederland Nederland niet van zins was om het soldij over 42 maanden krijgsgevangenschap ook daadwerkelijk uit te betalen: de Backpay-kwestie.
Mijn moeder had zelf enkele jaren internering achter de rug in Vrouwenkamp Lampersari-Sompok in Semarang op Java. Met twee dochters, haar moeder en twee zussen sloot zij een bittere tijd af. Haar moeder en een zus overleefden het kamp niet. Bij terugkeer naar de oude woningen bleek veel door toedoen van plunderaars totaal vernietigd. Deze oorlogsschade was enorm maar niet uitgedrukt in enige vorm van schadevergoeding.
Voor de oorlog met de Jappen kwam een strijd voor het behoud van de “kolonie” in de plaats. Mijn vader moest nog 2 jaar onder de wapenen blijven en werd, nauwelijks bekomen van de ontberingen van het krijgsgevangenschap, naar Celebes gestuurd. Een ontketende massa jongeren (pemuda’s) keerde zich tegen alles wat in hun ogen te maken had met de Belanda’s. Ook de Indische-Nederlanders waren het mikpunt van moord en doodslag. Deze zgn. Bersiap-periode duurde enkele maanden. Ca 25.000 tot 30.000 (Indische-)Nederlanders verloren hun leven.
Als we het hebben over de Bersiap dan spreken we over een zeer gewelddadige periode in Nederlands-Indië na de capitulatie van Japan:
“Nederlanders die de Japanse bezetting in Nederlands-Indië hebben meegemaakt, hebben vaak moeite uit te leggen dat juist de maanden ná het einde van de oorlog in augustus 1945 de meeste bedreigende en sinistere waren. In deze periode, waarin de Indonesische revolutie gestalte kreeg en er nog geen Nederlands leger was dat de orde kon bewaken, werden duizenden Nederlanders en anderen vermoord.” (Remco Raben, Historisch Nieuwsblad 7/2011)
Ook onze familie kreeg te maken met vreselijke gebeurtenissen. In Semarang werd een apothekersfamilie Flohr in stukken gehakt teruggevonden.

Een andere tak binnen onze familie, familie Engelenburg, kreeg te maken met een afschuwelijke drama. Omroep Max wijdde hier in 2012 een documentaire aan. Op YouTube is een herinnering aan deze trieste gebeurtenis vastgelegd:
Vandaag stond in de NRC de ingezonden brief aan de Koning van tante Loes. Zij hamert er terecht op dat Koningin Wilhelmina mooie woorden sprak maar dat niet is voldaan aan de ereplicht die Wilhelmina in 1946 uitspraak.
Mijn tante Loes schreef een brief gericht aan de Koning. Aan de ereplicht die Koningin Wilhelmina in 1946 benoemde is niet voldaan.

De datum 15 augustus 1945 moet zeker herinnerd worden. Het moet herinnerd worden als de begindatum van een nieuwe episode van moord en geweld. Het betekende uiteindelijk ook het startsein van de grote uittocht van ongeveer 300.000 Indo-Europeanen naar Nederland in de periode 1946-1966. Een “vaderland” die niet zo zat te wachten op een toestroom aan landgenoten vanuit het verre Indië. Een nieuw bestaan moest opgebouwd worden in een land wat voor de meesten alleen uit de boeken bekend was. Dat dit niet gemakkelijk was zal velen bekend zijn. Vaak moest een een nieuw beroep worden gekozen, of men begon weer onderaan de ladder. Diploma’s bleken niets meer waard.
Met andere woorden:
Aan 15 augustus 1945 kleven niet voor iedereen echt feestelijke herinneringen.
De presentatie op 15 augustus 2020 op de Dam in Amsterdam:
In 2 afleveringen van omroep Max wordt een indruk gegeven van de vreselijke Bersiap-periode. Omroep Max heeft deze afleveringen getiteld als een Archief van Tranen.
Deel 1 van het Archief van Tranen is terug te zien op de volgende weblink: https://vimeo.com/213200338
Deel 2 van het Archief van Tranen is terug te zien op de volgende weblink: https://vimeo.com/204569238
Dank je wel Ron
Peter Flohr, you toespraak en vele anderen hebben mij geraakt, maar de jouwe mij het meest.